Wie ben ik? Graag stel ik me hier voor, mijn naam is Maarten Rector en ben zelfstandig Humanisticus. Gemene delers in mijn werk zijn democratiche ontwikkeling en het nieuw maatschappelijk middenveld.
Vanuit DoorDacht Doen ondersteun en help ik verbindingen te maken tussen mensen, kennis en ideeën of waar we moeite hebben elkaar te verstaan. Ik zie daarnaast veel bevlogen mensen van jong tot oud die willen bijdragen aan een mooiere wereld. Hier hou ik me met DoorDacht Doen mee bezig in mijn woon- en geboorteplaats Amerfoort en elders in het land. Met andere sociaal ondernemers ben ik ook in het initiatiefAct-inclusief |
|||||||||||||||
Met DoorDacht Doen draag ik bij aan doelen van de Sustainable Development Goals. Zoals doel 17: ‘partnerschap om doelstellingen te bereiken.’ In de praktijk ben ik ook bezig met verschillende andere SDG’s. In het bijzonder doel 4 over onderwijs en leren en doel 16 over vrede en sterke publieke intstellingen. Voor meer informatie over de SDG’s zie hier. In dit kader is ook de monitor Brede Welvaart interessant. | |||||||||||||||
Waarom DoorDacht Doen | |||||||||||||||
Als mens hebben we allemaal de behoefte om gehoord en erkend te worden. Tegelijkertijd is het niet altijd even gemakkelijk een plekje in de maatschappij te vinden en daadwerkelijk mee te doen. Het is helaas vaak – op een heel ander niveau – niet gemakkelijk om een goed of mooi idee voor je straat buurt of stad tot uitvoering te brengen.
Ik vind het belangrijk dat iedereen de kans krijgt gehoord en begrepen te worden. Dit kan zijn in een bijeenkomst, binnen een organisatie, net zoals het kan gaan over dat je wordt gehoord in de buurt of stad (of dorp) waar je woont. Samen kunnen we ervoor zorgen dat we elkaar horen en verstaan. En samen kunnen we ook helpen zorgen dat mensen goede en mooie initiatieven tot stand brengen die bijdragen aan een mooiere wereld. Ik ben van mening dat we samen kunnen leren werken aan een positieve invulling van onze participatiemaatschappij. Hiervoor put ik inspiratie uit mijn eigen leven, studies, werkervaringen. Daarnaast geven humanistische waarden als menswaardigheid en rechtvaardigheid., de concepten democratische en normatieve professionaliteit en complexiteitsdenken mijn denken richting. Naar boven |
|||||||||||||||
De naam DoorDacht Doen | |||||||||||||||
DoorDacht Doen is een verwijzing naar de kwaliteiten die ik als mens en professional meebreng en wat ik geleerd heb dat nodig is om maatschappelijke waarde te creëren. De drie hoofdletters D verwijzen naar de meerdere perspectieven, ook meer dan drie. We hebben als we vooruit willen komen altijd meerdere perspectieven (en stemmen) nodig. Zoveel gezichtpunten als nodig is om inzicht in een situatie of context te krijgen en stappen vooruit te zetten.
De D’s staan daarnaast voor verschillende manier van handelen (handelingsmodi). Voor het creëren van maatschappelijke waarde is het belangrijk dat we durven en willen ‘dromen’, hierover ‘(na)denken’ en niet onbelangrijk die dromen en gedachten durven te gaan ‘doen’. De D’s hebben allen afzonderlijke waarde, maar zijn vooral in combinatie waardevol en nodig als we sociaal en duurzaam en ciculair impact willen maken en innoveren. Naar boven |
|||||||||||||||
Hoe mijn visie op kennis, leren en samen werken is ontstaan |
|||||||||||||||
Mijn visie hoe we met elkaar kunnen werken aan maatschappelijke vraagstukken is bepaald niet uit de lucht komen vallen. 3D is ontstaan uit een accumulatie aan inzichten en persoonlijk geleerde lessen en daarmee mijn bijdrage aan de maatschappij als zelfstandig Humanisticus met onderwijsdiplima’s. Een Humanisticus heeft de master Humanistiek behaald en werkt vanuit de praktijk aan zingeving en humanisering. Ik heb mij tijdens deze driejarige master gespecialiseerd in maatschappelijke vraagstukken, educatie en beleid, in het bijzonder burgerschapsvraag Ervarings-, praktijk-, en onderzoekskennis zijn zoals ik heb leren zien allen belangrijk. Het zijn verschillende vormen van kennis die elkaar aanvullen. Ze geven ruimte voor onderling begrip en ruimte om van elkaars kennis en inzichten te leren en deze te benutten. Hieronder zal ik ingaan op mijn achtergrond en hoe ik tot mijn visie op kennis en samenwerken ben gekomen.
Het belang van ervaringskennis Van jongs af aan fascineren mensen me door de wijze waarop ze denken (in de wereld staan) en op elkaar reageren. Het nadenken over wie ik zelf was werd in mijn tienerjaren vooral getriggered en beïnvloed doordat mijn moeder in 1994 de spierziekte ALS kreeg: ik was net vijftien. We merkten toen al meer dan een anderhalf jaar dat er iets mis was met haar. Mijn vader, oudere zus en ik kregen daarna al snel met mantelzorg te maken. Mijn vader zelf was het jaar daarvoor door een oogprobleem in de WAO gekomen. Zijn werk als Cellist in één van de omroeporkesten was daardoor niet meer vol te houden. Dit bleek met mijn moeder en een situatie waarbij al snel mantelzorg nodig was een geluk bij een ongeluk. Het waren jaren waarin ik veel aannames en verwachtingen van mensen en instanties tegenkwam hoe ik me volgens hen als zoon van een zieke moeder hoorde te gedragen. Tegelijkertijd merkte ik dat mensen ook niet minder verwachten dat ik me vol inzette voor mijn toekomst. Het was een periode waar ik heb leren zien en ervaren hoeveel mensen van je kunnen vragen. Hoe sommige mensen hun oordelen soms al klaar hebben en hoe gemakkelijk je verstrikt kunt raken in verwachtingen ten koste van jezelf. Het is me duidelijk geworden hoe belangrijk het is te staan voor jouw eigen ervaringen en opgedane kennis. Ervaringskennis en verhalen van mensen als bron neem ik heel serieus. Naar boven
Praktijkkennis en professionaliteit Na het verliezen van mijn moeder in 1998, ik was net 19, verruilde ik met de nodige twijfel het conservatorium (Klassiek Gitaar) in Den Haag voor de pedagogische academie in Utrecht. De Gitaar was altijd mijn passie geweest, maar werken met mensen had mij ook altijd interessant geleken. De gebeurtenissen rondom mijn moeder maakten dat ik de knoop doorhakte en koos voor een sociale opleiding. Ik koos voor het onderwijs, omdat ik wist dat ik op dat moment een focus op welzijn en problemen van anderen niet zou trekken. Met het verliezen van mijn moeder was ik voor mijn gevoel tot mijn verrassing ook een deel mijzelf kwijtgeraakt. De Pabo was daarmee ook onderdeel van een zoektocht terug naar mijzelf. Op de pabo werd ik al snel gegrepen door de thema’s diversiteit en identiteit en de zoektocht daarin van vooral Turkse en Marokkaanse medestudenten. Het had op een diepere laag de nodige raakvlakken met mijn eigen zoektocht. Mijn fascinatie voor diversiteit werd versterkt door de maatschappelijk effecten van mensen als Pim Fortuyn, Geert Wilders en Theo van Gogh, die allen een flinke rol speelden in het maatschappelijk debat. De reeks van aanslagen die volgden in New York, Madrid en Londen en de moorden op Fortuyn en Van Gogh waren allemaal gebeurtenissen die de blik van mensen in Nederland naar migranten en mensen met een moslimachtergrond flink veranderde. In mijn stages zag ik veel schoolklassen die gemengd waren. Ik merkte tot mijn verbazing bij medestudenten en wit gekleurde basisscholen vaak nonchalance ten aanzien van diversiteit. Aandacht voor wat dit betekende voor het onderwijs en de professionaliteit van docenten leek voor veel medestudenten een individuele keuze te zijn. Studenten zeiden soms ‘ik ga toch niet op een school werken waar dit speelt’. Zelf ben ik mij sindsdien steeds meer gaan bezighouden met hoe we omgaan met onderlinge verschillen, waarom we doen als we doen en wat voor rol het onderwijs kan spelen. Het was ook een ontdekking dat mijn medestudenten vooral doeners waren. Zij vonden motivatie in het kunnen uitvoeren van lessen en werden eerst en vooral blij van het feit dat zij met kinderen konden werken. Het werken met kinderen is inderdaad leuk en mooi en het werken in de praktijk is ook leerzaam vanwege de kennis en ervaringen die je opdoet. Ik leerde tijdens deze opleiding twee dingen over mijzelf. Ten eerste vond ik vooral de gesprekken met de kinderen leuk. Het schoolse lesgeven interesseerde mij minder. Daarnaast zag ik mij ook werken met andere doelgroepen dan kinderen. Ten tweede merkte ik dat ik meer interesse had in de maatschappelijke taak van het onderwijs en het daarbij passende professioneel handelen. Bij mijn toekomstig collega’s merkte ik minder interesse in deze vraagstukken. Het maakte dat ik mij aan het eind van de opleiding niet echt thuis voelde in het vak. Dit liep synchroon met het inzicht dat ik de hele dag in een klas staan ook niet interessant vond. Ik merkte behoefte aan afwissling liefst in combinatie met meer diepgang. Naar boven
Onderzoek, zingeving, burgerschapsvragen en de dialoog Na de Pabo koos ik om door te studeren aan de Universiteit voor Humanistiek. Daar heb ik mij kunnen onderdompelen in verschillende disciplines met de specialisaties Educatie en Kritische Organisatie en Interventie Studies. Ik heb mij daarbij uitvoerig verdiept in de thema’s diversiteit, identiteit, burgerschap, inclusie, sociaal beleid, organiseren en professioneel handelen. In deze studie gericht op zingeving en burgerschapsvragen leerde ik langzaamaan zien dat menselijk gedag en de sociale wereld minder voorspelbaar zijn dan we vaak zouden willen. De wereld kenmerkt zich door complexiteit en menselijk gedrag wordt beinvloed door heel veel factoren. Daarnaast kreeg ik tijdens de studie ook verschillende andere kansen. Als student-assistent (onderzoek burgerschapsvorming voor het SLO) en in modulen en stages (Codename Future en Pabo Almere). Bestuurlijke ervaringen kon ik opdoen in de mastercommissie en intern en extern bij onderwijsaudits en sollicitatiecommissies. Daarnaast kreeg ik de kans een tweede onderwijsdiplima te behalen, de 1e graads onderwijsbevoegdheid HVO en Levensbeschouwing. Dit is een bevoegdheid waarbij de dialoog en dialogische vaardigheden een belangrijke rol spelen. Meer over mijn persoonlijke en professionele zoektocht en gevonden inzichten is te lezen in mijn masterscriptie. Mijn zoektocht en persoonlijke frustratie dat professionals geen plek hadden om domeinoverstijgend over ontwikkelingen over burgerschap na te denken hebben in 2011 geleid tot de LinkedIngroep Burgerschap & burgerschapsvorming. Dit was in een periode dat de in steeds meer wetten burgerschapsclaims te vinden waren. Sinds 2010 was ik ook werkzaam bij Stchting Petje af als fondsenwerver/beleidsmedewerker en onderdeel van de staf. Ik leerde in die jaren ook zien hoezeer maatschappelijke en financiele structuren goede ideeen zowel kunnen ondersteunen als frusteren. Naar boven Samen leren en werken in de stad In 2016 heb ik mijn route vervolgd naar StadsLAB033 en cooperatie Blauwe Paraplu. Daar ben ik mij gaan bezighouden met mensen en kennis samen te brengen. Met als doel dat we samen leren hoe we samen kunnen werken aan burgerschapsvragen en inclusie. StadsLAB033 heeft mij daarbij ook duidelijk gemaakt wat de waarde is van maatschappelijk experiment. Dit heeft destijds geresulteerd in DoorDacht Doen en later ook de initiatieven Act-inclusief met Hans Pollen en Impact Coalitie Amersfoort met Edgar Koning. Bij DoorDacht Doen werk ik aan wat ik stadskracht ben gaan noemen. Bij Impact Coalitie Amersfoort gaat het mij om de voorliggende distrubitieve en facilterende voorwaarden. En bij Act-inclusief in samenwerking met Hans Pollen ligt de focus vooral op het toerusten voor interprofessioneel samenwerken voor gelijke ontwikkelkansen van jeugdigen in Nederland.
|